-
1 Spaß
〈m.; Spaßes, Späße〉1 grap, scherts, gekheid ⇒ lol(letje), aardigheid♦voorbeelden:Spaß, Späße machen, treiben • grappen maken, uithalen, gekheid, plezier maken〈 informeel〉 nur Spaß machen • (alleen) maar een grapje, lolletje makenmach keinen Spaß, keine Späße! • je houdt me toch niet voor de gek?seinen Spaß mit jemandem treiben • iemand voor de gek houdeneinen Spaß verstehen • tegen een grapje kunnenSpaß beiseite! • alle gekheid op een stokje!aus (lauter) Spaß und Tollerei • (enkel en alleen) voor de lol, geinaus, in, zum Spaß • voor de grap, lolganz ohne Spaß • zonder gekheidlass ihr doch ihren Spaß! • gun haar toch die lol!die Arbeit macht mir Spaß • ik heb plezier in mijn werk〈 ironisch〉 du machst mir (vielleicht) Spaß! • jij bent goed!Spaß muss sein • (a) je moet er ook eens mee kunnen lachen; (b) dat was toch maar voor de grap (gezegd)Spaß an etwas finden, haben • iets leuk, plezierig vindenaus Spaß an der Freude • voor zijn plezier -
2 Freude
Freude〈v.; Freude, Freuden〉♦voorbeelden:seine (helle) Freude an einer Sache haben • (groot) plezier in iets hebbendie Freude an der Arbeit • het plezier in het werkaus Freude an der Sache • voor zijn pleziermit (tausend) Freuden! • met (veel) genoegen, plezier!herrlich und in Freuden leben • in vreugde leven -
3 Lust
〈v.; Lust, Lüste〉1 (zinnelijke) lust, wellust, begeerte ⇒ hartstocht2 zin, lust ⇒ plezier, lol, vermaak♦voorbeelden:Lust empfinden, verspüren zu gehen • zin krijgen om te gaanganz wie du Lust hast • net zoals je wil(t)die Lust an einer Sache verlieren • (a) het plezier in iets verliezen; (b) geen zin meer in iets hebbenLust auf einen Spaziergang • zin in een wandelingkeine Lust zu etwas haben • geen zin in iets hebbenje nach Lust und Laune • naar believenLust und Liebe zu einer Sache haben • zin in iets hebben, iets graag doenaus Lust und Liebe • voor zijn plezier -
4 Amüsement
-
5 aus Freude an der Sache
aus Freude an der Sache -
6 aus Lust und Liebe
-
7 aus Spaß an der Freude
aus Spaß an der Freude -
8 etwas zu seinem Amüsement tun
etwas zu seinem Amüsement tunWörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas zu seinem Amüsement tun
-
9 gefällig
gefällig1 voorkomend, vriendelijk ⇒ gedienstig, attent♦voorbeelden:sich jemandem gefällig erweisen, zeigen • vriendelijk voor iemand zijn, iemand een dienst bewijzenjemandem gefällig sein • iemand een plezier doen4 noch ein Bier gefällig? • wenst u nog een bier(tje)?was ist gefällig? • wat is er van uw dienst?¶ da ist (et)was gefällig! • daar valt wat te beleven!
См. также в других словарях:
Scouting Aruba — Infobox WorldScouting name =Scouting Aruba image size =140px caption = type = owner = age = headquarters = location =Shiribana 3 B, Shiribana country =Aruba coords = f date = defunct = founders = founder = award for = members = chiefscouttitle =… … Wikipedia